kennen we alleen van vakanties in warme landen.
Het past goed in de overdaad aan vormen die in de late middeleeeuwen de
kenmerkte. Het verwarrende van dit type is dat we niet alleen een koepel zien,
maar ook duidelijke gewelfribben.
Al sinds de Romeinen zijn we gewend aan
koepelgewelven.
Bovenin hebben die vaak een opening, een
oculus,
waarop dan weer een
lantaarn
met een koepeltje kan staan. Meestal staat de
koepel op een vierkant of achthoekig grondplan, en dan is een constructie nodig om de overgang te vormen:
trompen
of
pendentieven.
In de gotische bouwkunst zijn
gewelfribben
heel gewoon, maar die worden niet gebruikt om in het midden van een gewelf een
oculus
open te laten.
Het bijzondere aan het islamitische gewelf is de combinatie van beide principes. Daarom noemen we het een
gewelf met koepel op kruisende ribben. De ribben laten als het ware een oculus vrij
in het midden en daarom lopen ze niet diagonaal naar de tegenoverliggende hoek,
maar naar zorgvuldig gekozen andere punten. Wanneer er geen lantaarn op staat
(of moeten we hier van een
tamboer
spreken?) en er geen licht door de centrale uitsparing valt,
mogen we deze geen oculus noemen.
Er zijn verschillende vormen. Neem bijvoorbeeld een achthoek met een achthoekige uitsparing: de ribben lopen dan van de
'eerste' hoek naar de 'derde'. Sla vervolgens bogen van hoek 2 naar 4, 3 naar 5, 4 naar 6, 5 naar 7, 6 naar 8, 7 naar 1.
In het midden is een achthoek vrij gebleven! Deze truc kan ook op een vierkante plattegrond uitgetekend
worden met een vierkante uitsparing. Alleen zijn er dan onvoldoende hoeken, dus slaan we vanuit het
midden van iedere zijde twee bogen naar het midden van de twee volgende zijden.
We hebben nu wel een vierkant over, maar dat is te groot. Daarom slaan we vanaf punten op
¼ en ¾ van iedere kant, bogen recht naar de overkant.
En wat zien we: een perfect vierkant in het midden, sierlijk ondersteund door de eerste serie bogen.
Een fraaie koepel erop en het resultaat is overweldigend. Niet in de laatste plaats doordat we rond de koepel
16 gewelfvakken tussen de ribben over hebben: daar weten de fantasierijke islamitische architecten wel raad mee.
De gewelven met koepels op kruisende ribben zijn te vinden in vele islamitische landen.
De voor ons bekendste voorbeelden zien we in de
moskee van Cordova.
Deze is na de verovering van
Moors Spanje tot kerk verbouwd. Dat de
islamitische invloed
op de westerse architectuur
heel groot was, is niet verwonderlijk. Wel dat het beschreven gewelf geen navolging vond. Te moeilijk?
Wacht even: er is toch één voorbeeld in het noorden te vinden en wel in Engeland. De
keuken van de kathedraal van Durham
heeft precies zo'n gewelf, gebouwd in de 14 eeuw. Was die architect op vakantie geweest?
Tekst: Jean Penders (02-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Robert Stoelenga